woensdag 29 juli 2015

Walvissafari in Andenes - Noorwegen

Walvissenjacht Andenes

We zijn vanmorgen vroeg wakker. Vandaag rijden we naar Andenes om de mogelijkheid van een Walvissafari te onderzoeken. Het is prachtig weer en volgens de weersvoorspellingen wordt er morgen regen verwacht in Andenes. Als we op Walvissafari willen op de Vesterälen is vandaag het beste moment.
Andenes is dichtbij Stave, we zijn er in vijftien minuten. Er zijn twee safari organisators. Een van de twee gaat met RIB’s (rubber speedboten) waar zo’n twaalf personen helemaal ingepakt en vastgebonden inpassen de zee op. De tweede organisatie gaat met grotere schepen en meer passagiers. De laatste is tevens de langst gevestigde organisatie en combineert onderzoek en een museum met excursies op zee. De tweede organisatie komt bij ons het meest professioneel over. Bovendien zien we een zeetocht van uur of vier in een RIB ook niet echt zitten. Die dingen stuiteren met een rotgang over het water en dat ziet er fantastisch uit, maar de klappen die je rug en lijf te verduren krijgt zijn niet voor de poes. Menigeen stapt uit met een paar gekneusde of erger gebroken ribben.
Het z.g.n. “Whalecenter” van Hvalsafari AS de aanbieder van onze keuze, is in de haven vlak bij een rode vuurtoren gesitueerd. We parkeren de camper en ik loop naar binnen om e.e.a. na te vragen. Het is niet druk maar de medewerkers achter de balie nemen alle tijd voor de gasten. Zo lang dat ik met slechts een tweetal Duitse jongens voor mij zeker twintig minuten sta te wachten voor ik ook aan de beurt ben. Aandacht voor de klant prima, maar dit is wat mij betreft te gek. Eindelijk ben ik dan aan de beurt. Licht geïrriteerd vraag ik of het is toegestaan een hond mee aan boord te nemen. Het antwoord dat ik al verwacht had is nee, maar ze hebben wel een “dogsitter” voor 300 kronen (30 euro). Met Bob onze labrador die thuis is gebleven zou dat een prima oplossing zijn, maar een vreemde oppas voor onze eigenwijze Jack Russel? dat wordt bonje en willen we ze beiden niet aandoen. Dan moet de kleine boef maar een paar uurtjes op de camper passen.
Er is nog plaats op de Maan explorer die vertrekt omstreeks 17:00 uur. Ik boek onze plaatsen en loop terug naar de camper waar Sandra en Chivas op mij wachten. Het is pas 11:30 we hebben dus nog ruim de tijd om de buurt te verkennen voor we ons in de haven moeten melden om aan te monsteren op de Maan explorer.


In Andenes is verder niet zo veel te doen, dus we rijden een stuk langs de kustweg om een mooi stukje strand op te zoeken, waar Chiv even lekker kan ravotten en we de lunch kunnen gebruiken. Het duurt niet lang en we hebben een prachtige stek gevonden.

Parelwit zand, kristalhelder lichtblauw zeewater, blauwe lucht, zon. Ik schreef het al eerder, als je de temperatuur van het zeewater achterwege laat zou het ook een locatie op een tropisch eiland kunnen zijn. Dat verwacht je niet boven de poolcirkel! Andere mooie bijkomstigheden zijn dat er is niemand anders in de buurt is en het is zo schoon. Er ligt niets wat je herinnert aan de aanwezigheid van andere mensen. Wij en de natuur. Dat gevoel ken ik niet in Nederland.



       Kort nadat ik de rust en de natuur beschreef gebeurde er dit, hahahaha


Tegen vijf uur zijn we terug in de haven van Andenes. We parkeren de camper en geven Chivas de opdracht de boel te bewaken. Met het dakluik op een kier voor frisse lucht, vers water, brokken en een kluif kan hij er wel even tegen. Om kwart over vijf gaan we aan boord van de Maan explorer. Al snel varen we de haven uit waarna de kapitein het gas erop gooit. De bij elkaar bijna duizend pk diesels brullen en produceren een grote wit schuimende hekgolf achter het schip. Er leven hier verschillende soorten walvissen, de Atlantische wit gestreepte dolfijn en Orka’s. Wat en of we wat gaan zien weten we nog niet maar de bemanning is positief gestemd. Op de vorige trip vandaag hebben ze potvissen en een reuzeinktvis gezien. De kapitein heeft veel ervaring en het schip is met speciale opsporingsapparatuur uitgerust.
We zijn met ongeveer dertig andere passagiers aan boord. Het merendeel installeert zich na de veiligheidsinstructies benedendeks op het voordek. Wat de meeste niet doorhebben is dat het achterdek dat toen we aan boord gingen afgesloten was inmiddels toegankelijk is. Sandra en ik installeren ons snel op het achterdek met ons kont bovenop een lekker warm luik van de machinekamer die zich er waarschijnlijk direct onder bevindt. De passagiers aan boord zijn van divers pluimage. Zo loopt er een Fransman met een korte nylon broek tot net over zijn knieën op open sandalen met een windjack op het dek. Passagiers in professionele outdoor verpakking met waterdichte camera’s en telelenzen van een halve meter. Greenpeace achtige hippies met paardestaarten in smoezelige wollen truien. Dikke Duitsers met hoofdbanden in  fleece sweaters en wij, de Hollanders in spijkerbroek, dikke truien en huis, tuin en keuken jassen en een rugzak met pizza Sultana’s, zakdoeken en flesjes water.





Na zo’n twee uur varen roept een van de vrouwelijke bemanningsleden “Killer Whales ahead”. Als een speer begeeft iedereen zich naar voren met de camera’s in de aanslag. Eerst zien we helemaal niets. Dan opeens zien we een rugvin boven water komen en dan nog een ernaast. Met het blote oog is het vrij goed te zien maar voor onze kleine camera is het te ver om een fatsoenlijke foto te maken. Ondertussen ratelen de camera’s met de telelenzen aan en stuk door. Langzaam probeert de kapitein het schip iets dichterbij te sturen. Plotseling verschijnt er een derde vin. De Orka’s zwemmen met zijn drieën naast elkaar in formatie. Nu komen ze af en toe met een groot deel van hun lijf boven water en kun je duidelijk de typische zwart/witte kleuren van de Orka zien. De RIB’s van de andere safari aanbieder zijn ook van de partij en komen met hun toch wel kleine bootjes zo ver op zee akelig dichtbij. We kunnen de wal al een tijdje niet meer zien. Zo’n Orka kan een van die rubber bootjes makkelijk om laten slaan. Laat staan een Walvis : - ( Mij niet gezien.

De Orka’s verdwijnen langzaam uit zicht en de kapitein geeft weer gas, we varen nog verder de zee op. De RIB’s gaan niet verder. Verstandige keus lijkt mij.
Niet lang hierna spotten we opnieuw een aantal Orka’s. Ze zwemmen links en rechts voor de boeg van het schip in dezelfde richting mee. Een van de Orka’s links heeft jong! Geweldig om die kleine Orka’s dicht tegen de flank van hun ouders mee te zien zwemmen. Terwijl ik rechts van het schip aan het fotograferen ben. Ziet Sandra een van de Orka’s links volledig uit het water springen en er weer in duiken, fantastisch. Na enige tijd omringd te zijn geweest door Orka’s maakt de schipper zich uit de voeten naar andere wateren waar hij hoopt Walvissen aan te treffen. Eenmaal aangekomen op de bewuste plek blijft het schip lange tijd ronddobberen maar er is niets te zien. Bovendien begint het ondanks het mooie weer verrekte koud te worden op het dek van de Maan explorer. Sandra vindt al snel een warm plekje binnen achter een raam, direct naast de kist met biscuit, het enige eetbare aan boord! Nadat ik me bij Sandra heb opgewarmd ga ik weer het dek op. Enkele minuten later zie ik links voor de boeg een spuit water omhoog komen het is een "Sperm Whale". Als ik me niet vergis noemen wij dat een Potvis. De Potvis zwemt een flink eind verderop maar je kan duidelijk de enorme grote zwarte glimmende rug van het beest zien. We volgen de Potvis langere tijd.  Deze locatie is honderden meters diep. De Potvis is bovengekomen om te ademen en gaat straks waarschijnlijk weer duiken om hierna lang op grote diepte onder water te blijven. Dat is het moment waar iedereen op wacht omdat de kenmerkende enorme staart van het beest bij het duiken recht omhoog uit het water komt.
De bemanning heeft zoveel ervaring dat ze aan de bewegingen van de Potvis al kunnen zien wanneer de vis gaat duiken. Als het bijna zover is tellen ze hardop af en ja daar gaat ie. De enorme rug bolt en de staart zo groot als een “midsize” auto komt hoog uit het water en verdwijnt hierna rechtop in de diepte. Er wordt geklapt door bemanning en toeristen. Ondertussen zijn we al uren op zee en iedereen heeft het behoorlijk koud en trek in het avondeten dat nog even een paar uur op zich zal moeten laten wachten.
De kapitein zet koers terug naar de haven van Andenes waar we dik een uur later weer aanmeren. Snel gaan we van boord om onze hond te begroeten. Als we de camper instappen begint het net te regenen.
We rijden terug naar de camping in Stave. De receptie is al dicht. Onze oude plek is nog vrij en daar parkeren we. We melden ons morgenochtend wel. Moe van een enerverende dag maar hongerig trekken we lekker een blik maaltijdsoep open met wat brood en kruipen hierna lekker ons warme nestje in.











De walvissafari was een mooie afsluiter van de Vesterälen. Morgen rijden we richting Lofoten. Onze eerste overnachting halverwege is gepland in Gullesfjord.

dinsdag 28 juli 2015

Sjovegan - Stave - Noorwegen

We blijven vanmorgen wat langer liggen op camping Evelund in Sjovegan en genieten van een uitgebreid ontbijt. Het is opnieuw een sprookjes locatie, direct gelegen aan een wild stromende rivier aan de voet van een bergkam die doorloopt tot zover het oog reikt.  Na het ontbijt zetten we koers naar camping Stave & hotpools in Stave op het eiland Andoya. Het is een van de eilanden die deel uitmaakt van de Vesterälen. Het plan is om eerst de Vesterälen te gaan verkennen. Deze eilandengroep staat vooral bekend om prachtige natuur, en parelwitte stranden. Er wordt veel research gedaan naar het z.g.n. Noorderlicht, overigens helaas niet te zien in de zomer. En het ligt in het leefgebied van verschillende soorten walvissen, Orka’s en verschillende zeldzame vogelsoorten. Na de Vesterälen reizen we naar de Lofoten. Deze eilandengroep grenst aan de Vesterälen maar ligt iets zuidelijker maar nog steeds boven de poolcirkel. De Lofoten eilanden staan meer bekend om de vissersdorpjes, bijzondere visgerechten en winkeltjes. We hebben er zin in!

Op het moment hebben we al 5046 kilometer vanuit Nederland afgelegd. Aangezien we nog ruim drie weken de tijd nemen om het Noorden van Europa verder te ontdekken denk ik dat we deze reis zonder probleem nog eens zoveel gaan afleggen.

Om in Stave te komen nemen laten we de niet al te royale hoofdweg de E10 links liggen. Inmiddels gewend aan het klimmen, dalen en smalle slingerweggetjes nemen we de binnenwegen tot Flesnes en vandaar nemen we de kustweg langs de Noorse zee richting Andenes naar Stave. Je komt eigenlijk nauwelijks aan snelheden van meer dan 70 km per uur en de wegen slingeren veelal om de bergen en fjorden heen. Hierdoor ben je zomaar drie uur onderweg om 150km af te leggen. Maar het is allemaal de moeite waard. Het uitzicht is adembenemend. Het laatste stuk van de route noemt men hier de nationale toeristenroute. De binnenwegen zijn hier en daar erg smal met diepe kuilen en andere oneffenheden. Gelukkig zijn er nauwelijks tegenliggers, maar de tegenliggers die we tegenkomen zijn niet eenvoudig te passeren. Vooral als we elkaar te laat zien, waardoor je niet op tijd gebruik kunt maken van de uitsparingen die zo nu en dan aan de zijkant van de weg zijn gemaakt. Die uitsparingen zijn de enige uitweg en speciaal gemaakt om voorbijgangers te laten passeren. Hellingspercentages van 12% zijn geen uitzondering. We sturen de camper door pikdonkere grotachtige tunnels (zonder ventilatie) pppfffff  “adem inhouden”! Maar nogmaals het is allemaal de moeite waard. Op avontuur, omgeven door de wilde natuur onderweg naar de volgende bestemming. Op een gegeven moment eindigt de weg aan de voet van een Fjord, voor de aanlegsteiger van de ferry naar Harstad.  
Dit wordt een interessante tocht want we zijn nog niet eerder met de camper op een ferry geweest. Bovendien weten we niet wat de regels zijn t.a.v. honden. Voor Chivas is dit ook een nieuw avontuur. Plotseling beseffen we dat we helemaal geen contant Noors geld bij ons hebben. Tot nu toe konden we alles overal gewoon pinnen, maar stel dat het “out in the sticks” niet mogelijk is? Sandra gaat het vragen aan een Noorse man die toevallig een 'I love Amsterdam' T-shirt aanheeft. Hij lijkt in ieder geval Noors en zit met twee kinderen in de auto voor ons. Sandra komt terug en gelukkig, pinnen is zoals overal geen probleem. Niet lang daarna komt de ferry aanvaren. De passagiers uit Harstad gaan aan wal en daarna gaan wij aan boord. Voorzichtig stuur ik de camper het schip op, het is in vergelijking met alle kilometers die we al hebben afgelegd een fluitje van een cent. Op deze ferry mag Chivas en wij trouwens ook gewoon in de camper blijven zitten. Om de beurt stappen Sandra en ik uit om de geweldige omgeving vanaf het water te kunnen bekijken. Na een korte tocht van ongeveer een half uur komen we in Harstad aan en vervolgen onze reis naar Stave. De wegen zijn hier alweer een stuk beter en voor we het weten staan we op de volgende en laatste ferry deze reis te wachten. Ook deze korte overtocht loopt gesmeerd. We zijn nu op Andoya aangekomen en zien opnieuw een ander landschap. De rotsachtige bergen zijn hier bijna allemaal veel spitser dan die we tot nu toe gezien hebben. Ook al zien we de Noorse zee nog niet, aan de lage begroeing en de zeemeeuwen kunnen we zien dat we dicht bij de kust zitten. Bovendien ruik je de zilte lucht van het zeewater die door een frisse bries landinwaarts wordt gedragen. Nog iets verder op de route zien we aan het uiteinde van een fjord de uitgestrekte zee liggen, de Noorse zee! Ik stuur de camper verder de nationale toeristenroute over. Deze weg loopt dicht langs de kust met zicht over de stranden en de zee. De weg loopt helemaal door tot Andenes aan het noordelijke uiteinde van het eiland. Links de puntige bergen en rotsen, rechts de felblauwe zee, waar af en toe een pluk rosten uit het water steekt. De stranden zijn hier en daar bezaaid met kiezels maar er zitten ook prachtige stukken fijn parelwit zand tussen. Het is een bijzonder tafereel dat we niet verwacht hadden. Ver in het Noorden boven de poolcirkel, maar door het parelwitte zand en het kristalheldere zee water, de blauwe lucht en heldere zon waan je je net zo makkelijk op een tropisch eiland. .










Camping Stave wordt geëxploiteerd door een ouder stel Amerikaanse hippies en hun dochter. De camping ligt op een fantastische locatie, direct aan zee met een parelwit strand voor de deur. Aan de achterzijde van de camping uitgestrekte velden groen. Geweldige plek voor Chivas om zijn korte pootjes eens flink te strekken. De groene vlakten lopen door tot berg en rotsformaties rondom en houden het terrein van de camping vrij van harde wind.
Het leuke aan deze camping is dat ze een aantal “Hot tubs” verhuren met uitzicht over de zee. Eenmaal aangekomen op de camping boek ik als verrassing voor Sandra direct een “hot tub”. Een uurtje nadat we geïnstalleerd zijn melden we ons opnieuw bij de receptie vanwaar we door een vriendelijke vloeiend Engels sprekende jongeman naar de speciaal voor ons geprepareerde “hot pool” met uitzicht worden begeleid.
Voorzichtig laten we ons zakken in het 38 graden warme water, we snuiven de heerlijke schone zeelucht op en genieten onder het genot van een drankje van een onvergetelijk uitzicht en een onvergetelijke moment samen.


Na ons bad, genieten we voor de camper nog lang na van de zon en het uitzicht, Pas om en uur of elf hebben we in de gaten hoe laat het al is. Omdat het zomers bijna niet donker wordt is het moeilijk om in te schatten hoe laat het is. We bespreken de planning voor morgen en gaan daarna lekker slapen. Morgen rijden we naar Andenes om te zien of we op Walvissafari mee kunnen.  

maandag 27 juli 2015

Alta - Skibotn- Sjovegan

Het is maandag 27 juli, 18:56 uur. We staan op camping Evelund aan de rivier van dorpje Sjovegan, vlak bij Bjerkvik. Vandaag hebben we het laatste stuk van de route Narvik – Noordkaap dat we op de heenweg ook hebben afgelegd teruggereden. Dat was geen straf hoor, het is zo mooi dat het niet snel zal vervelen. Ik zal de hoogtepunten van onze reis de afgelopen dagen proberen samen te vatten.
Overigens, we ontvangen heel veel leuke en positieve reacties op ons reisverslag en dat vinden we 'harstikke' leuk. Bedankt allemaal, het is een stiumulans en motivatie om te blijven schrijven.




Afgelopen zaterdag zijn we van de Noordkaap terug gereden naar Alta waar we opnieuw de nacht hebben doorgebracht op de strandcamping die ook op de heenweg goed bevallen was. De zondag erna zijn we vertrokken richting Skibotn met de bedoeling onze intrek te nemen op camping Olderelv maar dat liep niet helemaal volgens plan. Toen we zondagmiddag omstreeks half drie nog 36 kilometer van de camping verwijderd waren en ik de camper een van de vele S bochten in slingerde stond er opeens een slagboom over de E6.  De weg was afgesloten? Er stond verder geen bord of iemand bij om uitleg te geven dus Sandra hield een passerende vrouw aan. We vroegen haar in het Engels wat er aan de hand was. De meeste Noren kunnen zich uitstekend verstaanbaar maken in het Engels, maar met deze tante hadden wij wat minder geluk. In gebrekkig Engels brabbelde ze iets met de woorden rock, rock?
Naïef als ik soms kan zijn denk ik meteen dat de weg is afgezet in verband met een rock concert. Dus ik zeg 'oh is there a rockband playing' en de lieve dame van een jaar of vijftig in haar rode regenjas knikt bevestigend met haar hoofd en loopt verder. Ondertussen denk ik nou ja zeg, je kan de hoofdweg toch niet zomaar sluiten in verband met een optreden van een band? Zal wel een groot concert van en hele bekende band zijn, U2 of zo? Misschien kunnen we gaan kijken?
Sandra is wat minder naïef en gelooft er geen woord van. Ze vraagt de volgende Noorse voorbijganger wat er aan de hand is. De vriendelijke man in een lichtblauwe wollen trui antwoord in gebroken Engels dat er verderop lawine gevaar dreigt. Een paar jaar terug vertelt hij, zijn er ook een paar toeristen onder het vallende gesteente terecht gekomen en met auto en al van de weg af gerold, zo het fjord in. Oeps! Ik zit eer dus helemaal naast en dat zien wij inderdaad niet zitten. De hulpdiensten gaan de dreigende lawine opblazen, hierna moet de weg worden schoongemaakt. Als het meezit gaat de weg om 18:00 uur weer open. Nadat ik met veel tegenzin aan Sandra heb toegegeven dat ik een oen ben draaien we de camper. Terwijl Sandra nog zit na te genieten van haar superieure intellect baal ik toch behoorlijk. De zon schijnt volop en we keken uit naar een gezellig borreluurtje op onze volgende bestemming.
Al snel vinden we een paar kilometer terug een bijzonder mooie plek aan het strand van een Fjord met uitzicht over de gigantische bergen. Het lijkt wel een schilderij. De dichtstbijzijnde bergen zijn tot iets over de helft begroeid met groen en bomen. Daarboven veranderd de begroeiing in lagere struiken en mossen. Nog hoger zijn de stenen reuzen kaal. Op de toppen ligt sneeuw die langzaam smelt en als watervallen in brede en smalle stroompjes langs de wanden van de bergen naar beneden stroomt. Eenmaal beneden loopt het water dan weer het Fjord in. Aan de horizon staat een enorm hoge wit besneeuwde bergkam die hier en daar wordt uitgelicht door de zon die door de gaten in het wit/grijze wolkendek boven de bergkam prikt. Het water in het Fjord is azuurblauw, honderden meters breed en kilometers lang tot aan de voet van de bergkam aan de horizon.
Een geweldige plek om voor de eerste keer deze reis te gaan wildkamperen! Laat die camping maar zitten zeggen we tegen elkaar. Hier overnachten we en morgen rijden we uitgerust en op ons gemak verder. We parkeren de camper met eerste rangs uitzicht en maken het ons gemakkelijk. We nemen een wijntje en eten Chili con carne buiten aan een van de picknick tafels aan het water en dollen een beetje met Chivas.





Het is spitsuur wat het diner betreft want achter ons staat een uit zes personen bestaande  Russische familie met één Volkswagen Golf op de meegebrachte BBQ iets klaar te maken. Voor ons staan twee Finse mannen die uitgebreid de tafel hebben gedekt en een gasbrander hebben klaarstaan. Geloof het of niet, hierna pakken ze allebei een hengel achteruit hun rode Fiat Ducato en gooien die uit in het Fjord. Binnen een mum van tijd hebben ze ieder een paar verse vissen gevangen die ter plekke worden schoongemaakt en zo de grill op gaan.
Het water loopt mij in de mond. Ik besef opeens dat je hier met een basis survivaluitrusting met heel weinig geld aan je kostje kunt komen. Gratis en vrij kamperen in de natuur waar hier en daar ook nog gebruik gemaakt kan worden van gratis trekkershutten om te overnachten. Het water is bijna overal zo schoon dat je van en waterval of uit een rivier kunt drinken en als je trek hebt is het een kwestie van visje vangen en roosteren boven een kampvuur. Zelfs het maken van een (met beleid  aangelegd) kampvuur is op veel plaatsen toegestaan en wordt vaak zelfs gefaciliteerd. Zo komt splinter door de ……? Ja, dat is natuurlijk wel een probleem, de ijskoude winters hier in het hoge noorden. Laten we het erop houden dat het een mooie jongensdroom is die voor de 'surivivalist' tot op zekere hoogte nog te realiseren is. Voor die Finnen is blijkbaar de normaalste zaak van de wereld om zo onderweg aan hun diner te komen.

Na een kop koffie wordt het toch wat koud en besluiten we binnen een aflevering “Game of Thrones” te gaan kijken. Schoenen uit, voeten op de bank liggen we prinsheerlijk in onze gedraaide “Captain seats” tv te kijken. Plotseling “poef” televisie op zwart. De binnenverlichting werkt ook niet meer. “Shit”! Ik denk dat het waarschijnlijk een doorgebrande zekering is, maar waar zitten die dingen?
Daar moeten we de in het Duits geschreven ”bedienungsanleitung” van twee centimeter dik op naslaan. Leesbril op en zoeken welk hoofdstuk zou het zijn?, “electrische anlage”, “12v-bordnetz”. Terwijl ik de zekeringenkast die zich onder de bijrijdersstoel moet bevinden aan het zoeken ben gaat Sandra’s mobiele telefoon. Het is onze dochter die thuis op Bobbie, onze andere hond past. Ze belt omdat de elektriciteit thuis ook is uitgevallen. Hoe is het mogelijk!
Tewijl Sandra en onze dochter zich richten op het elektriciteit probleem thuis schroef ik de zekeringenkast onder de stoel open om een voor een de zekeringen na te kijken. Bij de vijfde, is het raak, ik heb ‘m. Inderdaad een doorgebrand. Gelukkig heb ik aan alles gedacht, dus ook aan reserve zekeringen. Ik vervang de zekering en alles werkt weer. Al doende leert men. Trots op mezelf dat ik dit probleem het hoofd heb geboden berg ik de gebruiksaanwijzing, bril, gereedschap en zekeringen weer op.
Ondertussen blijkt het probleem thuis ook te zijn opgelost met het terugzetten van de aardlekschakelaar. Eind goed, al goed. Toch een vreemde toevalligheid.

Ondertussen is het bijna 22:00 uur. Voor we die aflevering in bed gaan kijken maak ik nog even een “pit stop” op het herentoilet, dat ook op de openbare kampeerplaats aanwezig is. Op de terugweg loop ik langs een bord waarop in het Noors, Duits en Engels staat aangegeven dat we op een 'dag kampeer plaats' staan. Er mag niet worden overnacht!....
Niet te geloven, bijna overal mag je wildkamperen maar uitgerekend hier niet! Het was ook al te mooi om waar te zijn met dat prachtige uitzicht.
Ik durf bijna de camper niet meer in om Sandra die daar in haar pyjama in bed klaar ligt te vertellen dat we ons boeltje moeten pakken om alsnog door te rijden naar de camping in Skibotn. De boodschap komt hard aan. Zwijgend pakken we alles weer in om de camper rijklaar te maken en zo hard als we kunnen maar zwijgend naar Skibotn te scheuren. Tegen 23:00 uur komen we daar op de camping aan. Zolang doe je hier dus over zesendertig kilometer.

Moe maar blij dat we er zijn duiken we ons warme nestje in om dromenland te bezoeken. Morgen rijden we naar Stave op het eiland Andoya op de Vesterälen om een andere deel van noordelijk Noorwegen te ontdekken. Het wordt een spannende dag omdat we voor het eerst met de camper en met Chivas met de ferry oversteken.



vrijdag 24 juli 2015

Alta - Noordkaap

Na 4200 kilometer, twee weken en één dag zijn we er, de Noordkaap!
Eerlijk gezegd gaat het ons vooral om de reis maar het mijlpalen zijn belangrijk. Met het bereiken van de Noordkaap zijn we gelukkig pas op de helft van onze trektocht door Scandinavië, maar een mijlpaal is het zeker. Champagne!


Natuurlijk wordt ook de Noordkaap commercieel flink uitgebuit. Voor ruim 60 euro mag je er 24 uur met de camper staan en is de toegang tot verschillende attracties waaronder een expositie over de geschiedenis van de Noordkaap, een licht en geluidsshow waarin de vier jaargetijden op de Noordkaap worden uitgebeeld en een 3D film over de natuur in de omgeving inbegrepen. De opbrengsten worden overigens wel gebruikt om de natuur op en in de omgeving van de kaap in stand te houden. En oh ja, ook onderweg kom je natuurlijk nog meer Elanden tegen.






Morgen rijden we weer terug naar Alta om vanaf daar af te zakken naar de noordelijk gelegen eilandengebieden Vesterälen en Lofoten. Je schijnt in de vissersdorpjes heerlijke vis te kunnen eten volgens onze Zweedse buurman een paar dagen terug. Bovendien kan je er blijkbaar op Walvissafari?



donderdag 23 juli 2015

Troms - Alta

Na een goede nachtrust op camping Bjornebo in Troms en de bizarre ervaring met een Duitse camperaar worden we gewekt door het gekrijs van de zeemeeuwen die aan het strand van het fjord volop aanwezig zijn. Vandaag koersen we richting Alta. Vanaf Alta is het nog maar 216 km tot de Kaap, onze bestemming en mijlpaal voor morgen. Tweehonderd en zestien kilometer lijkt niet veel maar is op de wegen in deze omgeving met een camper een flinke kluif en we willen eenmaal op de kaap aangekomen natuurlijk ook de tijd nemen om wat te zien.

Wat die Duitser betreft, die kwam gisterenmiddag met zijn vrouw de staplaats naast ons  inspecteren. Toen hij aan ons nummerbord zag dat we uit Nederland kwamen wilde hij niet naast ons staan? Ik rook nog eens aan mijn oksels, maar had net een douche genomen, dus dat kon het niet zijn. Sandra zag er (zeker in vergelijking met de Trol aan zijn zijde) ook niet onaantrekkelijk uit en rook ook naar roosjes. Hij riep nog iets over Hollanders toe ie mopperend wegliep. Nou ja zeg, wat een eikel!

Maar goed, dus wij op weg naar Alta. We hebben geluk met het prachtige weer en zeker onder deze weersomstandigheden wat een mooie route. Er komt geen eind aan de bochten, de klimpartijen en het afdalen, maar de omgeving is zo mooi dat je wilt blijven rijden. Daar komt de charme van de eenzaamheid nog eens bij,  je komt bijna niemand tegen. Als je stopt en uitstapt hoor je niets anders dan de geluiden van de natuur. Af en toe zie je een andere toerist rijden die ook onderweg is naar de Noordkaap ;-) Ja dat zijn er toch wel meer dan ik dacht. Maar daar is het ook wel mee gezegd. Je kan urenlang slechts een paar medeweggebruikers tegenkomen en dat vind ik dan ergens nog jammer ook.
Aan een kant wil je de schoonheid van dit gebied delen met anderen, zoals met het bijhouden van dit reisverslag. Terwijl ik het diep van binnen misschien liever geheim zou willen houden. Er zijn op de wereld al bijna geen plaatsen meer waar de natuur heer en meester is omdat er bijna geen mensen komen. Natuurlijk is geheim houden een utopie en ik moet zeggen dat het de Noorse staat blijkbaar aardig lukt om de schoonheid in stand te houden. Je mag in alle Scandinavische landen vrij kamperen dit is wettelijk vastgelegd in het zogenaamde “allemansrecht”. Hier wordt dan ook veel gebruik van gemaakt. Terecht zoeken outdoor- en  rustliefhebbers de mooiste plekjes uit. Die plaatsen worden vaak nog gefaciliteerd ook met o.a. toilet, afvalcontainer, picknicktafels en een plek om een kampvuur te stoken. De regels zijn echter streng tot met het desinfecteren van je vislijn en haak in bepaalde rivieren en waag het niet een leeg blikje Cola te laten liggen. Maar het resultaat mag er zijn, ondanks het feit dat er op vrij grote schaal wild wordt gekampeerd wordt de natuur gehandhaafd, schoon en ongeschonden. Een gebied waar we hopelijk tot het einde der tijden van mogen genieten.



Op Strand camping Alta is het goed toeven. Onze camper staat vlak bij de sauna. De sauna heeft achter een balkon vanwaar je uitkijkt op de rivier en eventueel een verkwikkend bad in kan nemen. Dat ga ik straks zeker even uitproberen. Morgen de Noorkaap.






woensdag 22 juli 2015

Kiruna (SE) - Troms (NW)

Het is vanaf Kiruna nog ongeveer 750km naar de Noordkaap. Het is de bedoeling om vrijdag op de kaap aan te komen. We willen voldoende tijd overhouden om na ons bezoek aan de kaap de rest van Noorwegen eens flink te verkennen. Omdat de wegen in Noorwegen langs de kust door de bergen en langs de fjorden slingeren, leggen we in Noorwegen automatisch minder kilometers op een dag af dan in Zweden. 

We staan vroeg op in Kiruna. We hebben weer voldoende proviand ingeslagen, dus na een uitgebreid ontbijt slaan we vers water in, we legen de vuilwatertank, de toilettank. Pffffff vies klusje hoor dat laatste. De cassette uit de camper halen en legen is het probleem niet dat is allemaal redelijk schoon. Maar de hokjes waar je het ding moet legen en de lucht die er soms in die hokjes hangt is vooral 's ochtends vroeg een klap in je gezicht, jak, jak, jak! Maar goed dat hoort er ook bij en het is 10 minuten werk, dus niet zeuren, handschoenen aan, diep inademen, neus dicht en vooruit met de geit.

Vandaag passeren we de Noorse grens. We laten Camping Ripan in Kiruna achter ons en koersen op de E10 richting Narvik in Noorwegen. Vanaf daar rijden we via de Noorse E6 naar camping Bjornebo in Troms. 

Na ongeveer 60km op de E10 staat er een stoplicht op rood met een Zweeds bord dat we al eerder hadden gezien. Namelijk op de heenweg naar Kiruna voor de wegopbreking!



Verdomme! dus ook aan de kant richting Noorwegen zijn er wegwerkzaamheden aan de E10. Net als gisteren komt er na een minuut of twintig een autootje aanrijden met een groot bord op het dak waarop in het Zweeds “volg mij” staat. Tenminste dat denken wij. Een lange sliert verkeer vanaf de andere richting achter de volgauto. De sliert verkeer passeert ons en het autootje met het bord draait om. Het stoplicht springt op groen en het is de bedoeling dat wij het autootje nu volgen. Het traject is net zo slecht als gisteren maar gelukkig maar een paar kilometer lang en dus vele malen korter dan gisteren. Opgelucht halen we adem als de wielen van de camper weer op het asfalt staan en we hopelijk zonder wegwerkzaamheden verder richting Narvik kunnen koersen.

Het valt ons op dat hoe meer we noordelijk rijden het landschap weer langzaam is veranderd. Er zijn steeds meer bergen en veel meer rotsen en keien. De bomen zijn korter en op de bodem hebben de struiken en varens plaats gemaakt voor mos en lage bodembedekkers. Verder op de E10 en dichter bij Noorwegen zien we een paar reusachtige bergen met besneeuwde toppen opdoemen. Naarmate we de Noorse grens naderen passeren we reusachtige bergkammen met aan de voet van de bergen uitgestrekte wateren. Dit moet een Fjord zijn. De panorama's zijn adembenemend en vaak zo overweldigend groot dat de ervaring niet op beeld vast te leggen is. 




Na het passeren van de Noorse grens op de hoogvlaktes van een bergkam rijden we door een surreëel landschap. Het doet een beetje buitenaards aan. Het bestaat uit terrassen van rots met rond geslepen randen. De terrassen zijn bezaaid met ronde grotere en kleinere keien. Tussen de terrassen die op verschillende hoogtes staan ligt hier en daar een poel glashelder water. Op veel van de terrassen staan veelal donkerbruin geschilderde Noorse houten huisjes. Ik denk vakantiewoningen?

Niet veel later passeren we Narvik en een monument, als gedenkteken aan de hevige gevechten die daar tijdens de tweede wereldoorlog hebben plaatsgevonden. Er schijnt zelfs nog een Engels oorlogsschip uit die tijd op de bodem van het honderden meters diepe fjord te liggen.


Vanaf hier is het nog een kleine honderd kilometer naar onze camping bij Troms. Maar zoals ik al schreef de E6 naar het noorden is smal, vol scherpe bochten, over passen en door tunnels. Een prachtige route wat het uitzicht betreft maar je moet er wel de tijd voor nemen en geconcentreerd blijven sturen. Dus het duurt even. Tegen vier uur komen we aan op de camping het is prachtig weer en de zon staat hier nog hoog aan de hemel. 
We genieten nog een paar uur van het zonnetje en als diner maak ik lekker makkelijk een hamburger op de grill voor ons klaar. 



 Morgen vertrekken we naar Alta, hierna nog een dag reizen naar de Noordkaap.




dinsdag 21 juli 2015

Mokkjok - Kiruna

We zijn nog ongeveer 270 kilometer van de Finse grens verwijderd. Omdat we in verband met de nog hogere prijzen in Noorwegen nog even flink wat proviand in Zweden willen inslaan gaan we vandaag de grens nog niet over. Het vervelende is dat er in het gehele grensgebied geen fatsoenlijke camping meer te vinden is. Het is of te dichtbij Jokkmok of al in Noorwegen. We hadden gehoopt iets te vinden nabij de Zweeds/Finse grens maar dat blijkt niet mogelijk. De beste optie is een camping in Kiruna maar dan moeten we wel 68 km van de route afwijken en morgen weer 68 km terug. Met ruim 3200km op de teller schrikken we niet terug voor 68km en zetten koers richting Kiruna.

Bij Kiruna ligt de grootste ijzermijn ter wereld. Ook het beroemde IJshotel is in deze stad gevestigd. Bovendien ligt de hoogste berg van Zweden de Kebnekaise nabij de stad.



Om in Kiruna te komen slaan we ter hoogte van Svappavaara af van de E45 en nemen de E10 richting Kiruna/Narvik. Na enkele kilometers blijkt de weg te zijn opengebroken voor werkzaamheden. Omdat het de enige weg is blijft de weg tijdens de werkzaamheden geopend voor verkeer maar is bijna onbegaanbaar. Kilometers kuilen en scherpe stenen die als fundering voor het asfalt worden gebruikt. Onze arme camper krijgt op zijn donder niet te geloven. Na een slopende route van zo’n dertig kilometer!,  komt er eindelijk een eind aan de ellende en rijden we weer op asfalt. Alles werkt nog, geen lekke banden of andere schade maar we zijn het er over eens dat we die weg morgen niet terug nemen. Die onverharde weg door de Wildernisroute was al een behoorlijk risico, maar dit is vragen om problemen en zo willen we na nog geen twee weken niet stranden. Het betekent echter wel dat we een andere route naar de Noordkaap moeten nemen want de E10 is de enige weg terug naar de E45. 

Eenmaal aangekomen in Kiruna stuiten we op een grote supermarkt. We parkeren de camper op het grote parkeerterrein en laten Chivas bij wijze van proef alleen achter in de camper. We hebben sinds Denemarken al een paar keer met hem geoefend maar hij is nog niet zo lang alleen in de camper geweest. Ruim een uur later komen we terug met een vracht aan proviand en onze Russel ligt braaf op de bank op ons te wachten. We zijn zo trots op ‘m en daarom belonen we hem met een groot stuk rendierenvlees (grapje), een lekker bot omwikkeld met bacon.

De stadscamping in Kiruna is chique en uitgerust met een luxe spa, verwarmde buitenbaden, restaurant en verharde staplaatsen voorzien van water, elektriciteit en tv aansluiting. Leuk allemaal maar we komen hier helaas maar voor één nacht en vooral omdat er volgens de informatie wifi op de staplaatsen is. Niet dus @!**$&!#, hoe kun je zo nou fatsoenlijk een blog bijhouden? We leven toch in de 21e eeuw. Ik heb ACSI de keuringsdienst van campings best hoog zitten maar de informatievoorziening met betrekking tot de beschikbaarheid van wifi is in de meeste gevallen niet juist. Op negen van de tien campings waar er volgens de informatie internet op de staplaatsen is werkt het niet(meer) of is het alleen beschikbaar in de omgeving van de receptie.

Het wordt deze nacht in het geheel niet donker. Om een uur of elf wordt het een beetje schemerig maar om half twee ’s nachts komt de zon alweer op. Vierentwintig uur licht, een bijzondere gewaarwording. Als alternatief voor onze eerder geplande route door Finland en Noorwegen rijden we morgen van Kiruna via de E10 naar Narvik in Noorwegen en nemen dan de Noorse E6 tot aan de Noordkaap.

maandag 20 juli 2015

Vilhelmina - Mokkjok

Afgelopen nacht was het bijna daglicht. De zon stond weliswaar niet aan de hemel maar schijnt op deze hoogte als het ware over het dak van de aarde heen. We zijn nog ongeveer driehonderd kilometer van de officiële poolgrens verwijderd. Onze eindbestemming voor vandaag is Mokkjok dat ligt nog maar een paar kilometer over de poolgrens.

Nog voor we vertrekken maken we kennis met onze Zweedse buren op de camping. Het is een ouder stel dat ook met de camper op pad is. Hun camper is van binnen geheel bekleed met bakstenen behang! Ook staat er een grote bos plastic bloemen in een vaas op tafel, gezellig hoor. Hahaha.  De man zit duidelijk om een praatje verlegen en verteld dat ze uit Sundsvall komen en ieder jaar in het noorden van hun eigen land op vakantie gaan. Vroeger gingen ze met de trein. Blijkbaar kun je een soort railabonnement nemen op een dieseltrein die door Noord-Zweden rijdt. De man vertelt dat als je een plek ziet waar je uit wilt stappen dan waarschuw je de conducteur en de trein stopt waar jij wilt. Als je na een paar dagen kamperen in de "bush" weer opgehaald wilt worden dan teken je een bepaald teken op een stuk papier en zet die op een stok naast het spoor? Blijkbaar stopt de trein bij het zien van zo'n bordje en dan kun je weer instappen.
Toen ging hij over op zijn liefde voor muziek. Hij was vooral een groot fan van Cornelis Vreeswijk? Een Nederlander die al jong naar Zweden verhuisd is en er een bekend zanger was. Inmiddels was de zanger overleden. Onze buurman vindt dat ik op hem lijk en vraagt mij wat ik van de muziek van Cornelis Vreeswijk vind. Ik heb echter nog nooit van de beste man gehoord. De buurman kan het niet geloven en begint spontaan en zonder zich te generen een van zijn liedjes in het Zweeds te zingen en het blijft ook niet bij één couplet, geweldig! Ik heb Cornelis Vreeswijk natuurlijk even opgezocht op Google en het blijkt inderdaad een bekende nederlandse/zweedse zanger. Er is zelfs een museum dat naar hem verneomd is. "Shame on me".

Cornelis Vreeswijk


We zeggen de vriendelijke zweedse buren gedag en opnieuw volgen we de E45 die helemaal doorloopt tot de Finse grens en overgaat in de 93 tot Alta, Noorwegen. Vanaf Alta loopt de 93 over in de E6 en hierna de E69 tot de Noordkaap. Dit is de route die wij van plan zijn te volgen. Terug naar mijn betoog over de E45, de E45 is de hoofdweg door het midden van Zweden tot de Finse grens. Nu moet je niet denken dat deze weg te vergelijken is met bijvoorbeeld de A2 in Nederland. Het is een twee-richting asfaltstrookje dat voor zover wij vanaf Östersund hebben ervaren door de afgelegen noordelijke gebieden slingert. Omhoog, omlaag bocht naar links, bocht naar rechts, bobbel hier, kuil daar. Bij droog weer overigens ook een geweldige route voor motorrijders. Die bikkels, meestal Duitsers kom je dan ook regelmatig op deze route tegen. Hoe noordelijker we komen hoe slechter de weg wordt. Omdat het ook een prachtige route door de natuur is waar de aanwezigheid van de mens slechts gekenmerkt wordt door dit versleten strookje asfalt heeft het zeker zijn charmes.

Vandaag in de buurt van de poolcirkel worden we een paar keer getrakteerd op wilde elanden. Ze steken zo de weg over dus het is echt uitkijken geblazen. In totaal zien we er vandaag zeven, waarvan één helemaal wit, als een schimmel. Hun gewei lijkt bekleed met fluweel. Bijzondere dieren die rustig langs de rand van het bos rondlopen en als het ze uitkomt steken ze gewoon dat strookje asfalt van die rare mensen over, het is tenslotte hun habitat.






We passeren de poolcirkel die wordt aangegeven door een bord langs de weg. Ik zie de afslag naar de parkeerplaats waar het bord staat te laat om te remmen en rijd er voorbij. Dus helaas geen foto bij het officiële poolcirkelbord. Wel deze ongeveer 100 meter verderop.



Nog een klein stukje verder komen we aan in Skabram nabij Jokkmok op camping Skabram  Stuby och Camping, en wat denk je? Je komt ze ook overal tegen, een Nederlands ondernemers stel exploiteert de camping.



Nu we de poolcirkel zijn gepasseerd bevinden we ons officieel in Lapland dat van oudsher toebehoort aan de *Sami de eerste bewoners van het hoge noorden. 

* "De Samen of Sami (Noord-Samisch: Sápmelaččat) zijn een van oorsprong nomadisch volk dat het Noord-Europese Lapland bewoont. Ze zijn ook bekend onder de naam Lappen, wat ze zelf als een belediging beschouwen.
Ze bezitten tegenwoordig in zowel Noorwegen, Zweden als Finland een eigen parlement, het Sameting, dat bij de nationale overheden van de staten waaronder Lapland ressorteert, inspraak heeft in zaken die de Samen en hun woongebied betreffen. De meeste Samen wonen in Noorwegen, zo'n 50.000. In Zweden zijn dat er ongeveer 20.000, in Finland 6.000 en in Rusland 2.000.
Volgens het Europees Bureau voor Minderheidstalen zijn er 70.000 tot 100.000 Samen, van wie minder dan 20.000 Samisch spreken. Er bestaat geen Samische standaardtaal. Het gesproken Samisch kent vele, sterk verschillende, varianten verdeeld over een aantal aparte talen. Het Samisch is verwant aan het Fins en Estisch en behoort tot de Finoegrische taalfamilie.
Een deel van de Samen leefde traditioneel als nomaden die rendierkudden volgden in hun jaarlijkse voedseltrek. De rendieren leverden de Samen melk, vlees en huiden. Bovendien deden ze dienst als trekdier voor de slede, het vervoermiddel bij uitstek in dit gebied. Andere Samen leefden traditioneel van de visserij, met name aan de Noorse kust. Ook de jacht was een belangrijke bezigheid.
De nomadische Samen woonden in tenten (lavvu) die gemakkelijk af te breken en te vervoeren waren. Alleen in de winter bleven de Samen en rendieren op één plaats. In plaats van in tenten leefden ze dan in lage koepelvormige hutten, die met aarde bedekt werden om ze tegen de strenge vrieskou te beschermen. Verder naar het zuiden bestond de traditionele behuizing uit vierkante houten hutten.
Vanaf de 17e eeuw is de levenswijze van de Samen sterk veranderd. Slechts een klein percentage voert nog een nomadisch bestaan, en dan doorgaans nog slechts een deel van het jaar. De meeste Samen hebben zich als visser, landbouwer of zelfstandige ondernemer gevestigd. Hun leven verschilt tegenwoordig in weinig opzichten van dat van andere Scandinaviërs. De traditionele kleurige kleding van de Samen wordt meer en meer tot de folklore gerekend, evenals de traditionele muziek van de Samen, de zogenaamde joik."

*Bron: Wikipedia

zondag 19 juli 2015

Gäddede - Vilhelmina (Wildernisroute dag 2.)

’S nachts in Gäddede was ik al en paar keer wakker geworden van het felle licht wat een voorbode was voor een mooie heldere zondagochtend. We liepen nog een rondje met Chivas en lieten camping Gäddede achter ons om onze tweede dag “Wildernisroute” voort te zetten. Omdat de ANWB kaart die mijn vader ons had meegegeven de secundaire wegen en dorpjes in Jämtland niet weergeeft en onze GPS automatisch de snelste en meest geschikte camper route naar Vilhelmina zou kiezen en ons daardoor dezelfde weg terug naar de E45 zou sturen had ik de avond ervoor handmatig een route langs de Noorse grens, via een aantal lokale dorpjes richting Vilhelmina in de GPS geprogrammeerd.
Nog geen tien minuten nadat we uit Gäddede vetrekken zitten we op een onverhard pad langs een groot meer. In eerste instantie schrikken we er een beetje van want het pad zit vol kuilen en er liggen veel scherpe stenen op. Zelfs met een gangetje van 20km per uur vallen de kopjes haast uit de kast. Is dit wel verstandig? Misschien een andere keer met een 4x4 voertuig? Maar ja, we waren toch teleurgesteld over de route van gisteren, we willen toch avontuur? Bovendien langer dan een paar kilometer zal dit onverharde weggetje toch niet zijn? Vijftien kilometer verder wordt het landschap alsmaar mooier en de onverharde weg begint te wennen. Ik had gelezen dat het op dit soort hobbelige wegen gek genoeg beter is iets harder te gaan rijden zodat de wielen al het ware over de kleinere oneffenheden heen vliegen. Voorzichtig ga ik steeds iets harder rijden 30, 40, 50, 60, 70. En inderdaad tussen de 60 en de 70 kilometer per uur gaat het iets beter en nu maar hopen dat de schokbrekers en de wielophanging het niet begeeft. Gebeurt er wel iets dan zijn we nog niet jarig want we zitten echt midden in de wildernis en er is in geen kilometers iemand in de buurt. We maken grapjes over het bellen van de pechhulp. De laatste keer dat we die aan de lijn hadden stonden we in Liempde, Nederland. De onvriendelijke mevrouw aan de lijn kon na een kwartier aan de telefoon onze achternaam nog niet spellen, en was ook nog zo eigenwijs om niet van ons aan te nemen dat we bij een bepaald tankstation langs de weg stonden dat ze de pechhulp doodleuk naar het station aan de overkant van de weg stuurde. Als we dat mens hier aan de lijn zouden krijgen staan we hier minstens een week voor de hulptroepen arriveren grappen we. Het zou wel een mooie gelegenheid zijn om onze zorgvuldig geprepareerde “survival packs” te gebruiken. Al kletsend rijden we dieper en dieper de onmetelijke natuur in. Uren lang over bergen, langs meren, door bossen, langs watervallen, over hoogvlaktes, langs besneeuwde bergtoppen. Na iedere bocht is er weer een nieuw betoverend natuurpanorama te zien. Het is een groot visueel spektakel. Hier zijn we voor gekomen. Wat een mooie dag en wat een geweldige ervaring. Gelukkig waren we na gisteren niet direct afgedropen en terug naar de E45 gereden. Na ruim 100km op onverharde paden en nog eens 170km op een twee-baans asfaltweggetje dat door de bergen en bossen slingert komen we aan in Vilhelmina.












Direct na aankomst in Vilhelmina rechts aan een meer natuurlijk ligt onze camping, Kolgarden Stugby & Camp. De vrolijke blonde eigenaar loopt voor ons uit naar de staplaats. Als ik uitstap geeft hij me een stevige hand en met een welgemeend “Welcome at camping Kolgarden”. Met zijn Zweeds/Engelse accent heet hij ons hartelijk welkom op zijn trots. Nadat ik de camper heb geparkeerd komt hij terug en raadt ons aan de camper om te draaien omdat we dan tot zonsondergang profijt hebben van de zon op wat volgens hem de meeste zonnige plek van de camping is. Hij had gelijk, nog lang zitten we buiten, in de zon over het water naar de bomen op de eilandjes en de bossen aan de overkant uit te kijken. Het was een volmaakte dag. We trekken de laatste fles wijn open en genieten in stilte na.