Het is zondagavond 2 augustus. De afgelopen drie dagen sinds
onze Walvisexpeditie heb ik weer even samengevat. Na onze tweede overnachting
in Stave op camping Stave & Hotpools zijn we donderdagochtend 30 juli naar
de andere kant van de Vesterälen gereden, even voorbij Sortland op het eiland
Hinnoya waar we verblijven op camping Gullesfjord. We zitten hier eigenlijk al
op de grens naar de Lofoten, onze bestemming voor morgen.
Onderweg naar Gullesfjord stoppen we in het grotere Sortland
om te tanken en boodschappen te doen. Ik stop bij de Statoil om te tanken en
zie dat er ook een autowasplaats is. Onze camper is na drie weken en 5300
kilometer stinkend smerig. We waren in eerste instantie niet van plan ons
voertuig tijdens de vakantie te wassen maar de laag insecten op het voorraam en
motorkap is zo dik dat het echt niet langer kan. Na het tanken rijd ik de
camper de wasplaats op om ons trouwe voertuig in ieder geval van een dikste laag
stof, modder en aangekoekte insecten te bevrijden. Terwijl Sandra en Chivas
achter het raam toekijken begin ik met de inworp van een 5 kronen munt, zeg
maar vijftig cent. Die accepteert het apparaat niet, er moet meer in. Ik stop
er mijn enige 20 kronen munt in (2,20 euro). Dat werkt, ik pak de spuitlans en
begin met het inspuiten van schuim. Ik ben amper klaar met de linker deur en de
motorkap, 20 kronen op! Omdat ik verder geen muntgeld heb loop ik het
pompstation in om munten te wisselen. Een vriendelijk blond meisje met een
hazenlip legt me in vloeiend Engels uit dat ze me in plaats van geld te
wisselen ook een kaart mee kan geven die ik voor het wassen van de auto kan
gebruiken. Zij zet er 200 kronen op (22 euro), als ik klaar ben met wassen is
het de bedoeling dat ik de kaart terugbreng en dan betaal wat ik heb verbruikt.
Ik loop terug naar de wasplaats was de auto zo goed mogelijk schoon voordat de
kaart leeg is en breng de kaart terug om af te rekenen. Hele kaart leeggemaakt, 200 kronen dus en nog niet eens helemaal een schoon resultaat. Noorwegen duur, hoezo?
Na het tanken en het wassen rijden we het centrum van
Sortland in om boodschappen te doen. Best even lastig om met de camper een
geschikte parkeerplaats te vinden in het drukke centrum. Maar uiteindelijk
hebben we een prima plek zo goed als naast een winkelcentrum. Handig omdat ik
niet zo ver kan lopen, alhoewel ik eerlijk moet zeggen dat wij altijd al een hekel hebben gehad aan ver
parkeren. Bij voorkeur parkeren wij onze voertuigen zo dicht mogelijk bij de ingang. Dat is een soort familie traditie, “Bino parkeren” noemen wij dat, naar mijn oom Albino die
de twijfelachtige eer heeft deze familietraditie te hebben uitgevonden. Of oom
Bino echt altijd voor de deur parkeert weet ik niet. Ik heb het van mijn vader
overgenomen. Dus oom Bino, mocht u uw beklag willen doen, dan weet u bij deze waar u moet zijn
;-)
Nu weten de meeste mensen wel dat Zweden en Noorwegen dure landen zijn. Zeker als het om alcohol gaat. Na onze reis door Zweden kunnen
wij inderdaad bevestigen dat de boodschappen en brandstof in Zweden iets duurder is en de drank nog ietsje meer. In Noorwegen gooien ze er nog een schepje bovenop, hier is het leven echt
duur in vergelijking met wat wij gewend zijn te betalen. Ik heb het niet alleen over de drank. Dagelijkse
boodschappen die op lokale producten zoals Walvisbiefstuk, schapenkaas,
rendierenvlees en Stokvis na vrijwel hetzelfde zijn als in Nederland kosten
uitzonderingen daargelaten wel 1,5 tot soms wel 2x zoveel als in Nederland. Daar staat wel tegenover dat een luxe
product als Noorse gerookte zalm (waar ik gek op ben) even veel kost
als bij ons, maar vanzelfsprekend verser en dus ook lekkerder is. Ook de drank is nog duurder dan in Zweden. Vooral het bier is duur en kost al snel 4 tot 5 euro een
blikje! In Zweden scoorde ik tenminste nog een paar flesjes Duvel voor 2,60 per stuk. Wat wijnen betreft hebben we ontdekt dat je beter een duurdere wijn kunt
kopen. Voor een fles Campo Viejo die bij AH 7,95 kost betaal je hier 14 euro.
Maar voor een fles Gran Coronas reserva van Torres of een Italiaanse Masi
betaal je hier ook 14 euro en dat is bijna hetzelfde als in Nederland. Dan heb je in ieder geval een mooiere wijn. Het is tenslotte vakantie.
Weer wat armer maar met voldoende proviand komen we aan op onze camping in Gullesfjord. Het begint misschien wat saai te worden om steeds maar te lezen hoe mooi de camping gelegen is, dus dat laat ik deze keer aan de lezers over. Kijk maar naar enkele van de sfeerprenten. De camping ligt in en dal rondom omgeven door bergen. Een van de vele watervallen loopt direct langs de camping en stroomt verder als riviertje. De camping exploitant heeft een vertakking van het riviertje omgeleid naar een aangelegd meer waarin gezwommen en gevaren kan worden.
Na een fijn verblijf in Gullefjord vertrekken we vrijdag 31
juli naar Kabelvag op de Lofoten. De routes blijven verbazen. De omgeving op de
Lofoten lijkt groener, we zien weer bergen begroeid met varens en naaldbomen.
De stranden zijn net zo wit als op de Vesterälen en het water is ook hier
glashelder. Na verschillende tunnels, bruggen en slingerweggetjes door typisch
Noorse vissersdorpjes komen we aan op onze camping in Kabelvag. Ondanks de
mooie ligging vallen de sanitaire en campervoorzieningen op deze ACSI camping
nogal tegen. Tot nu toe waren alle campings “pico bello”, maar op deze camping
gaan wij echt niet douchen en ook liever niet naar het toilet. Voor het legen
van ons chemisch toilet zijn ook helaas geen voorzieningen. Wat kan het ons ook
schelen, het is maar voor een nacht, morgen nieuwe dag, nieuwe kansen.
Op zaterdag rijden we door tot het uiteinde van de Lofoten,
naar het plaatsje Moskenes. We belanden die middag op camping Ramberg een paar kilometer
voor Moskenes. Het is de bedoeling dat we morgen de ferry nemen van Moskenes
naar Bodo op het vasteland. Deze tocht duurt vier uur en is vooral een
beproeving voor Chivas. Omrijden naar Bodo is echter 750km rijden dus deze tocht met
de ferry is zeker de moeite waard. Vanaf Bodo zijn we van plan de kustweg te
nemen tot Mo I Rana. Volgens onze Noorse buurman op camping Ramberg is dit
samen met een bezoek aan de Vesterälen en Lofoten de mooiste route van zijn
land. Camping Ramberg ligt direct aan zee met een groot breed wit strand voor
de deur. Het is een kleine gezellige camping die ook nog eens lokaal
bekend staat om haar specialiteiten restaurant. Nadat we de camper geparkeerd
hebben gaan we direct de omgeving verkennen en nemen Chivas mee naar het
strand. Er worden toevallig net surfdemonstraties en gratis opstap lessen
gegeven er is live muziek en een groot strandvuur. Omdat er overal Noorse
vlaggen buiten hangen vermoeden we dat het een Noorse feestdag is en er lokaal
de nodige festiviteiten georganiseerd worden. Na een lekker ravot rondje op het
strand, Sandra en Chivas dan Ik zit op een rots mee te genieten.
Restaurants zo als wij ze kennen zijn vrij zeldzaam in
Scandinavië het zijn meestal zelfbedieningsbuffetten. Sinds we op deze eilanden
zijn aangekomen hoor en lees ik van alles over de lokale visspecialiteiten en
ik kan niet wachten ze te gaan proeven. Ik bestel een duo van Stokvis als
voorgerecht en gerilde Heilbot als hoofdgerecht. Sandra houdt het bij een
sappige biefstuk. Als dessert genieten we samen van een kaasplateau van lokale
schapen en geitenkazen met een glaasje zoete Sherry. Het is genieten geblazen
en maar goed dat ik gereserveerd heb want ook al ligt de camping en het
restaurant in de bekende “middle of nowhere” het zit stampvol.
Na een heerlijke maaltijd wandelen we nog een keer met
Chivas naar het strand. Het strand is inmiddels verlaten dus Chiv heeft alle
ruimte om zo hard als hij kan langs de waterlijn te rennen, achter de zeemeeuwen
aan.
Inmiddels hebben we alle afleveringen van “Game of Thrones”
gezien en snakken eerlijk gezegd naar seizoen 6. Helaas is die nog niet
beschikbaar om te downloaden dus we kijken deel twee van de spannende Sci-fi
film “Divergent” en gaan lekker slapen.